Esports: Topsport met een toetsenbord


Bron: Volkskrant
Wie de laatste tijd ook maar iets met gaming te maken heeft gehad, zal wel weten dat Fortnite een wereldwijd fenomeen is. Het spel waarin 100 man op een virtueel eiland strijden tot er één overblijft, heeft zich keer op keer bewezen een gigantisch succes te zijn. Voor de allerbeste spelers is gamen geen frivool tijdverdrijf, maar topsport met bijpassend inkomen. Dave ‘Rojo’ Jong (21), de succesvolste esporter in Nederland, is hard op weg naar zijn tweede miljoen.

Dave komt rond het middaguur zijn bed uit. De top esporter leeft namelijk op de Amerikaanse tijd. En zoals een topsporter betaamt, begint hij elke dag met een eiwit- en vezelrijk ontbijt: havermout en hardgekookte eieren. Hapje eten, uurtje fitnessen, en dan is het tijd voor de training. Dave maakt graag vergelijkingen met het profvoetbal, een toekomst die de esporter ook overwoog toen hij verdienstelijk speelde bij het jeugdteam van voetbalclub Hollandia in Hoorn. Drie keer per week trainen, en wedstrijden tegen de jeugdploegen van Excelsior en Ajax.

‘Het is net als met hooghouden’, zegt Dave, terwijl hij plaats neemt in de game room naast zijn slaapkamer, waar een ultrasnelle computer zacht zoemend zijn apparatuur aanstuurt: drie breedbeeldschermen, twee toetsenborden, twee camera’s, een radiomicrofoon en een mengpaneel. ‘Als je dat een paar minuten per dag oefent, ben je er minder goed in dan wanneer je het een paar uur per dag doet.’

Fortnite: bouwen, schieten, en vallen zetten

En net als bij een profvoetballer begint de training met een warming up. In zijn geval: de pols losschudden, de vingers opwarmen, het reactievermogen wekken. Nineties maken, oftewel razendsnel bouwsels met hoeken van negentig graden neerzetten – vloer-helling-muren, vloer-helling-muren – om je personage de hoogte in te stuwen en boven een tegenstander te te doen komen. Hij oefent op lange loopplanken met muren rechts of links, om te kunnen bewegen terwijl kogels van opzij komen, en op platformen om onder te schuilen bij vuur van bovenaf.
Maar dan klinkt door een kier van de deur moeder Mary, zojuist geruisloos op de overloop verschenen. ‘Dave, heb je zo tijd om te eten?’ Even later gevraagd of het niet tijd wordt dat haar vermogende zoon een cateringservice inhuurt, terwijl Dave zijn vork zet in een stomende ovenschotel kip-aardappel-sperziebonen, glimlacht ze. ‘Ik doe het graag. Toen hij nog veel voetbalde moest ik hem rondrijden en had ik veel meer werk aan hem.’
Als de kip achter de kiezen is, is het tijd voor schietoefeningen. Rode bolletjes en staafjes dartelen langs willekeurige trajecten over het scherm, in een programma genaamd KovaaK’s Aim Trainer. Dave moet er zo snel mogelijk met de muis op klikken. Hier zit geen opsmuk aan, er is geen mooi ontworpen gamewereld; KovaaK’s is het digitale equivalent van een automaat die eindeloos ballen richting een tennisser schiet – maar dan met elke seconde een nieuwe bal. ‘Een training van mijn oog-handcoördinatie’, zegt Dave.
Trainen, trainen, en nog eens trainen. ‘Grinden’ noemen esporters dat: meters maken om nóg sneller, nóg scherper, en nóg succesvoller te worden. Nog een fractie van een seconde af te schaven van je reactietijd op een specifieke tactiek van de tegenstander. De marges zijn klein, in de topsport, ook bij esports. Dave bestudeert de opnamen van zijn verloren games minutieus, zoals een voetbaltrainer de herhaling van een mislukte aanval van seconde tot seconde ontleedt.
Plotseling schiet een doelwit verticaal in een boog over zijn crosshairs, het kruisje dat aangeeft waarop hij richt. Pats, raak. ‘Zo’n situatie komt bijna nooit voor in Fortnite, maar ik train er uren op’, zegt Dave. ‘Er zal maar een speler in de finale van een kampioenschap op die manier over je heen springen. Raak of mis schieten is dan zo het verschil tussen nul of een prijs van een ton of zo.’
Alleen al op het doodsaaie Kovaak’s traint Dave zo’n anderhalf tot twee uur. Elke dag. Fortnite draait om reactievermogen, maar ook om tactiek, communicatie en samenwerking; Dave kan uiteraard aardig schieten, maar schietspellen zijn niet zijn specialisme. Dus heeft hij de Kroatische gamer Serious, topspeler van schietspel Quake, voor 60 dollar per sessie ingehuurd om hem te coachen. Serious schrijft oefeningen voor, bespreekt tweewekelijks via Skype met Dave zijn vooruitgang in reactievermogen en accuratesse, en stelt op basis daarvan het trainingsschema bij.
Na KovaaK’s volgt dagelijks zes tot acht uur Fortnite-training, in een select gezelschap van wereldwijde topspelers die aan elkaar gewaagd zijn. Van gamen tegen gewone stervelingen leert Dave weinig; die maakt hij zo in. Soms doet hij het voor de lol een keer, een ‘publiek’ potje. Meestal wint hij dan ook, tegen de 99 andere spelers. Een enkele keer krijgt toch iemand het voor elkaar om Dave dood te schieten. Hij grinnikt. ‘Soms zie ik ze dan even later op Twitter schrijven: ‘Wow ik heb net van Rojo gewonnen!’

Volle agenda

‘Dave’s agenda is helaas vol; hij heeft op dit moment geen ruimte voor verdere verplichtingen’, luidde het mailtje van Jane Tesar, Communicatie en Brand Manager namens Team Lazarus, vlak nadat hun Nederlandse aanwinst afgelopen zomer zijn 1,1 miljoen dollar bij elkaar had gegamed. Plotseling was Rojo een beroemdheid in de gamewereld, en in de echte wereld kreeg David een haag van managers en pr-figuren om zich heen.
Die zijn inmiddels weer wat op de achtergrond geraakt, nadat de gekte rond het WK was bedaard, maar voor Dave is het leven voorgoed veranderd. Nog niet zo lang geleden was hij een doodgewone jongen uit een doodgewoon gezin, die woonde in een doodgewoon dorp, en net als veel andere jongens van zijn leeftijd vaak gamede. Totdat hij in 2016 de havo afmaakte, er een tussenjaar volgde, en nog een tussenjaar, en hij gaandeweg steeds meer tijd achter de computer doorbracht. ‘Mijn moeder was het er niet mee eens’, lacht hij. ‘‘Zit hij nu weer boven te gamen?’ zeiden de buren weleens.’
topsport met een toetsenbord
Begin 2018 ontdekte hij Fortnite, dat toen een halfjaar uit was. Dave wilde eigenlijk een ander videospel spelen, maar wilde de 30 euro die dat spel kostte niet kwijt. Dus stortte hij zich op Fortnite; dat was gratis. Fortnite kent een systeem van amateurs, semiprofs en topspelers. Dave bleek een natuurtalent. Hij schoot zich binnen een jaar een weg naar het hoogste niveau en in 2019 kwalificeerde hij zich met zijn toenmalige teamgenoot en 169 andere gamers voor het WK in New York.
‘Toen hebben we getweet: hé we zoeken nog een organisatie. Je kunt ons e-mailen of op Twitter een bericht sturen’, vertelt hij op zijn gebruikelijke, ietwat vlakke toon, alsof hij uitlegt hoe de wasmachine werkt. ‘Wacht even’, zegt hij, terwijl hij naar de microfoon leunt en een teamgenoot in het Engels aanspreekt. ‘Yo Savage, ze hebben ons op de lijst gezet tegen Ewroon, straks. Geen idee wie dat is. Huh-huh-huh.’ Hij vervolgt: ‘Nou, en toen reageerde Lazarus en die bood een bepaald bedrag en toen heb ik om een hoger bedrag gevraagd en dat vonden ze goed.’ Dave wil het exacte bedrag niet in de krant melden, maar zijn salaris is ver boven modaal.

Topsport of tijdverdrijf?

Zeven dagen per week, 365 dagen per jaar acht tot tien uur per dag gamen. Tel daar de reizen naar toernooien in de VS of in Zweden bij op, de aanwezigheid bij game-evenementen die zijn werkgever Team Lazarus van hem verwacht, en je zou kunnen spreken van een zware baan. Maar Dave doet het ook voor het plezier. Alhoewel, als hij er niet voor betaald zou worden, dan zou hij natuurlijk niet de hele dag Fortnite spelen, zegt hij. Wat hij dan zou doen? ‘Andere games.’
Nu staat hij elke dag op dezelfde tijd op, gaat op dezelfde tijd naar bed, eet hetzelfde ontbijt, doet dezelfde warming up en dezelfde trainingspotjes. Hij drinkt geen alcohol, geen koffie, geen thee. Zes dagen in de week fitnest hij, op zondag speelt hij voetbal met vrienden. Bij dat laatste wil hij overigens geen pottenkijkers. Dave: ‘Ik snap wel dat de lezer dan ziet dat ik ook nog normale menselijke dingen doe. Maar dat is privé.’
Voor meer sociale activiteiten heeft hij door al dat gamen geen tijd, noch voor een vervolgopleiding of een relatie. ‘Een vriendin heeft aandacht nodig, en die wil ik haar op dit moment niet geven.’
Wat hij laatst deed, toen Fortnite er door een update bijna drie dagen uit lag? ‘CounterStrike spelen, online met een stel vrienden.’
Is Dave nu een verslaafde? Een toegewijde professional? Een workaholic, zelfs?
‘Iemand die de hele dag voetbalt, noem je ook geen verslaafde – zeker niet als hij daarvoor wordt betaald’, zegt René Glas, universitair docent New Media & Digital Culture aan Utrecht University. ‘Computergames associëren we meer met frivool tijdverdrijf dan reguliere sport. Maar er is ergens een grens waar een spel ook gewoon werk wordt. Als je onder contract staat van een team, en het doel is prijzen winnen, dan is je werk: trainen. esports zit ergens op het grensvlak van werk en spel.’

Boogschieten, schaken en gamen

Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van gamen voor de lol (zeer kort samengevat: online gamen kan sociale en cognitieve vaardigheden versterken, maar alles waar ‘te’ voor staat is slecht). Naar de mentale en fysieke aspecten van langdurig gamen als beroepsspeler is nog weinig gekeken. Als er al zoiets bestaat als een geestelijk moeder van het academisch onderzoek naar esports, dan is dat professor T.L. Taylor, socioloog verbonden aan het Massachusetts Institute of Technology en auteur van meerdere boeken over de gaming cultuur en -industrie.
Ze lacht, als haar over de telefoon gevraagd wordt naar het sportgehalte van esports, jonge jongens die in slippers achter een beeldscherm zitten – dat kun je toch onmogelijk vergelijken met wielrennen of voetbal?
‘Je noemt nu twee van de fysiek meest veeleisende sporten’, zegt Taylor. ‘Bovendien is langdurig competitief gamen wel degelijk uitputtend. Maar er is ook een waaier aan olympische sporten die gaan om behendigheid en die wel voor vol worden aangezien. Boogschieten, bijvoorbeeld, of dressuur. En waarom zouden we wel bewondering hebben voor iemand die acht uur per dag oefent om perfect viool te leren spelen, maar niet voor iemand die een buitengewoon complex computerprogramma meester wordt?’
Still uit de game Fortnite, dat met tientallen miljoenen spelers wereldwijd enorm populair is.
Professioneel gamen, zegt Taylor, is een voortzetting van de eeuwenoude samenwerking tussen mens en machine om die eerste tot uitzonderlijke prestaties te helpen komen. Een wielrenner is in grote mate afhankelijk van de fiets waarmee hij werkt, over de aerodynamica van schaatspakken kun je boeken volschrijven, over de motoren van racewagens is dat al talloze malen gedaan. Taylor: ‘Ook bij gamen gaat het om het meester worden over complexe systemen met behulp van techniek. Een gamer doet met een computer wat een schaker doet met een schaakbord en een wielrenner met een fiets.
De druk is groot, omdat ook het afbreukrisico groot is in de e-sports: spelers zijn in de meeste gevallen gebonden aan het spel waar ze goed in zijn, en die gaan minder lang mee dan, pak hem beet, de sport ‘voetbal’ of ‘tennis’. Zakt de populariteit van Fortnite over een jaar of twee in, dan is je carrière als prof waarschijnlijk voorbij (al moet gezegd worden dat Dave eerder ook verdienstelijk het voetbalspel Fifa speelde). En die is al relatief kort: op je 25ste zijn je reflexen zodanig verouderd dat je nog maar moeilijk aan de top meekomt. Vandaar dat het wemelt van de (schatrijke) pubers in de esports – het is opschieten geblazen.

Huizen

Dit is de wereld van Dave, en hij leeft er graag in. Het gewonnen miljoen, de tienduizenden euro’s die hij bij eerdere toernooien binnensleepte, reuze fijn natuurlijk. Een fiscaal jurist zoekt uit hoe hij zo min mogelijk belasting betaalt over de hoofdprijs, en dan laat hij het geld overmaken. Plannen om van zijn winst een eigen huis te kopen heeft hij voorlopig niet.
‘Dan zou ik daar ook de hele dag in een kamertje zitten gamen, net als hier. Dan slaat het natuurlijk nergens op om hier weg te gaan.’ Mettertijd kan hij twee huizen kopen, denkt hij, of drie, en dan leven van de huur als Fortnite voorbij is. Misschien een vierde voor hemzelf. Hij heeft wel al een auto gekocht, een Golf 7.
Waar komt al dat geld vandaan?
‘Een paar duizend euro per maand zet ik inderdaad opzij, zoiets ja’, zegt hij gapend, de blik geconcentreerd op het scherm, als hem voor de derde of vierde keer wordt gevraagd naar zijn inkomen.
Dan grinnikt hij in in één adem door: ‘Kijk, een bananenskin, dat is toch super grappig als je door een mannetje in een bananenpak wordt gekilld?’ Huh-huh-huh.
Ja, zo’n miljoen op zijn rekening vindt hij natuurlijk supertof. Zeker voor later. Maar het geld betekent vooral dat hij ongestoord fulltime kan blijven gamen. Een opleiding – tja, dat kan altijd nog. Dave’s moeder Mary tilt haar handen even op als haar ernaar wordt gevraagd. ‘Vroeger zei ik weleens: moet je niet iets anders gaan doen? Maar hij heeft de havo keurig afgemaakt. Hij verdient een hoop geld. Hij doet wat hij leuk vindt. Hij beweegt, eet goed. Als Fortnite straks een keer ophoudt, wil hij verder in de organisatie van esports. Of hij pakt alsnog een vervolgopleiding op. Ik geloof dat hij er wel komt.’

Waanzin

Dan is het wel van belang dat Dave niet voortijdig bezwijkt onder de mentale druk. Die is bij esports namelijk enorm. Laat een voetballer het niet horen, maar Hennes Heijmans zegt zelfs: ‘Esports is op mentaal vlak misschien wel zwaarder dan fysieke topsport.’
Heijmans managet de gamers van Team Atlantis, een van de kleinere esportsorganisaties en tot voor kort vertegenwoordiger van Mitr0, de 17-jarige Nederlandse nummer 2 in Fortnite. Heijmans zelf is 19 jaar oud. ‘Je krijgt geen rust bij esports; er is geen laagseizoen en de game verandert constant. Elke week is er een nieuwe update, met nieuwe wapens, items, technieken en soms ook spelwerelden. Als je een week niet traint, dan loop je ver achter op de concurrentie. Dat is bij voetbal niet zo.’
Bekijk de documentaire Beyond the Game, die onder meer de bekende Nederlandse gamer Manuel van Schenkhuizen volgt, en je ziet de sporen van jarenlang professioneel gamen. De Chinese speler Li ‘Sky’ Xiaofeng dreigt ten onder te gaan aan zelftwijfel. Minutenlang staart hij bewegingloos naar het scherm als hij een kampioenschap verliest, tranen rollend over zijn wangen. De Zweedse kampioen Fredrik ‘MaDFroG’ Johansson bivakkeert kortstondig op de grens van waanzin, omdat hij door zijn online succes is gaan geloven dat hij ook in het echte leven dingen kan aanvoelen voordat ze gebeuren.
‘Als je sinds je 13de zo intens met gamen bezig bent, en niemand spreekt, is het heel moeilijk om daarna weer terug naar de normale wereld te keren’, zegt hij in de film.

Enorme groei

Beyond the Game dateert al uit 2008 – sindsdien is de hoeveelheid geld die in esports omgaat verveelvoudigd, en daarmee is ook de druk gegroeid. Tegelijkertijd is er meer aandacht gekomen voor het welzijn van de jonge en dus kwetsbare e-atleten. De grootste teams, die hun spelers vaak samen huisvesten in luxueuze villa’s met uitgebreide trainingsfaciliteiten, halen daarbij alles uit de kast. Mentale begeleiders die eerder voor olympische sporters werkten, gezondheidscoaches, sportruimtes, psychologen. Zelfs kleinere teams zoals Atlantis hebben managers zoals Heijmans die ieder ongemak wegnemen voor de spelers. Taxi’s bestellen, eten regelen, een luisterend oor bieden als de ouders van een piepjonge speler in scheiding liggen.
Een goede zaak, zegt Manuel Schenkhuizen, nu 33 jaar oud. Onder zijn alias ‘Grubby’ sloot hij zich al in 2003 aan bij de toen nog prille esports wereld. Dertien jaar lang vocht hij als Orc in de virtuele wereld van Warcraft III en sleepte daarbij zes wereldkampioenschappen binnen. Onderwijl reisde hij in de echte wereld voor toernooien van Parijs naar Shanghai, van Los Angeles naar Singapore.
Dat was een intense levensstijl, zegt hij nu, maar hij kreeg er veel voor terug. Na twaalf jaar alles opzij te hebben gezet voor het gamen, vond hij het welletjes. Nu verdient hij de kost als streamer, iemand die weliswaar op hoog niveau maar vooral voor het vermaak speelt, en daarbij een betalende schare toeschouwers aan weet te trekken met grapjes, technieken, verhalen.
Zijn advies voor aspirerende e-atleten en de huidige topspelers? ‘Bepaal welke opofferingen jij het waard vindt. Als je een gebalanceerde levensstijl met brede vriendenkring wilt, dan leef je daarnaar. Maar als je de allerbeste wilt zijn, dan zul je zeker naar wat minder verjaardagen gaan. Zolang jij van je reis-naar-de-top geniet, en zolang je het ook kunt accepteren als je die top niet haalt, dan is niets verspilde tijd.’

Een klap geld

Vijf minuten na afloop van de Grand Finals, die zondagavond in september, hangt Dave in het halfduister beneden op de bank bij zijn moeder. Die heeft Expeditie Robinson even gepauzeerd, terwijl ze kalm afwacht of haar zoon komt vertellen dat zijn team een half miljoen dollar heeft gewonnen. Dave draagt een joggingbroek en dikke sokken in zijn Gucci-slippers. Onder zijn ogen staan donkere lijnen, en hij ziet wat bleek. ‘Omdat ik honger heb’, zegt hij met een glimlach. Zenuwen, daar doet Dave niet aan.
En vooruit, hij is teleurgesteld: zijn team eindigde op plek zeven. Dat levert ze 19.200 dollar op, 6.400 dollar per persoon. ‘Nou jongen, ik vind het een klap geld hoor voor drie uurtjes daarboven zitten’, beurt zijn moeder hem op. ‘Ik verdien het niet.’ Huh-huh-huh, lacht Dave. ‘Het is maar hoe je het bekijkt’, zegt hij. ‘Ik hoopte op een top 3. Ik wil winnen. En de geldprijzen waren natuurlijk veel hoger in de top 3.’
Halverwege de avond heeft hij zeven uur non-stop gespeeld, alleen onderbroken door een paar happen eten. En nu? Naar bed? Hij glimlacht, terwijl hij de voordeur opendoet en de muisstille nacht van Andijk een moment zijn tetterende wereld binnenglipt. ‘Nog even een potje. Voor de lol.’